Goede voornemens hebben en topsport

Elk jaar hebben in januari weer  heel veel mensen goede voornemens.  Iedereen kent dat wel. De een stopt met roken en de ander wil meer sporten of vrienden bezoeken. Maar helaas is de werkelijkheid anders.  Na een aantal weken zijn de goede bedoelingen op de achtergrond verdwenen. Heel vaak komen de voornemens niet uit.  Sinds tientallen jaren weten we dat meer bewegen en sporten goed is voor de mens. Dit is  wetenschappelijk in  honderden onderzoeken bewezen. Er wordt heel veel geld gepompt in gezondheidsbevorderende campagnes en reclamespotjes . Iedereen weet  dat roken schadelijk is voor de gezondheid. En toch blijven mensen hardnekkig roken tegen beter weten in en  zijn er nog altijd heel veel volwassenen en kinderen die te weinig bewegen. Hoe komt dat toch?

Goede voornemens hebben  te maken met gedragsverandering. Het afleren en nieuw gedrag aanleren, kost veel energie en is moeilijk. Om resultaat te behalen zijn een groot aantal facetten van belang. Denk maar aan blijvende motivatie. Planning van kleine haalbare doelen naar het einddoel toe. Het proces van leren duurt lang  en  hoe ga je om met tegenslagen.

Wanneer we gaan kijken naar topsporters zien we dat ze heel erg gemotiveerd zijn om een grote sportprestatie te behalen. Hun einddoel is bijvoorbeeld wereldkampioen worden of goud behalen op de Olympische spelen.

Pieter van den Hoogenband zei op zijn website  in 2019 “Emotie is voor mij ook beleving. Gewoon beleving. Iedere dag beleving in de trainingen, omdat je niet eens in de vier jaar Olympisch kampioen wil worden.  Dat wil je iedere dag. Je bent iedere dag bezig om Olympisch kampioen te worden. En daar heb je een bepaalde vorm van beleving voor nodig.”

“Voor mij, was die beleving van een training cruciaal om succesvol te kunnen zijn. Want iedere training was weer een manier om beter te worden.

Toen ik de eerste keer goud won was ik 22 jaar, in Sydney. Die beelden komen nog wel eens terug, dan schrik ik bijna van hoe rustig ik toen was. Voor mij was het een logisch gevolg van het proces. Als ik me daar maar aan al mijn afspraken zou houden en de dingen zou doen die ik met mijn team en mijn coach had bedacht, dan was de kans heel groot dat ik Olympisch goud zou winnen.”

In de topsport is de 10.000 regel algemeen bekend. Dit wil zeggen dat een sporter 10.000 uur aan training moet besteden om de top te kunnen  bereiken. In tien jaar tijd besteed de  sportatleet gemiddeld 20 uur per week aan training.  Dit is een kwantitatief getal, nog belangrijker is om de training efficiënt uit te voeren,  gericht op het einddoel.  Prof K. Ericsson schrijft in zijn boek Piek over de doelbewuste training. Doelbewuste training  is op dit moment de effectiefste  trainingsmethode. Het gaat uit van het vermogen om door een juiste training,  vaardigheden te ontwikkelen door gebruik te maken van de ongelooflijke flexibiliteit van de menselijke hersenen en het menselijk lichaam.  De principes van doelbewuste training zijn ontdekt door onderzoek te doen bij toppresteerders, maar ze zijn voor iedereen toepasbaar.

Maarten van der Weijden is Nederlands open water- en marathonzwemmer en won in 2008 een gouden medaille op de Olympische Spelen in Beijing (10 km openwater zwemmen). In 2001 kreeg Maarten de diagnose leukemie  en zijn overlevingskansen waren gering. Na een behandeling van een half jaar, waarbij Maarten chemotherapie en stamceltransplantatie onderging,  begon hij, als onderdeel van zijn revalidatie, weer te zwemmen. In 2008 won hij Goud op de Olympische spelen en werd in dat zelfde jaar gekozen tot sportman van het jaar. In zijn speech  zei hij: “Nu ik heb kunnen laten zien wat er allemaal mogelijk is na kanker, is de cirkel rond.”

Na het behalen van een gouden medaille was voor Maarten het ultieme doel om de Elfstedentocht zwemmend af te leggen en daarmee geld in te zamelen voor kankeronderzoek.  In 2018 en 2019 heeft Maarten  de Elfstedentocht van 200 kilometer  zwemmend afgelegd. Hiermee heeft hij ruim 11 miljoen euro opgehaald.

Oude Chinese filosofen zeggen al eeuwen:  “Als je geluk voor het leven wilt, help je iemand.”

In het Eindhovens Dagblad van 7 januari 2021 stond een artikel over een mevrouw van 74 jaar die dagelijks een wandeling met een rollator maakt van vijf uur. Zes jaar geleden brak zij haar heup. In diezelfde periode overleed haar partner en kreeg ze lichamelijke klachten. Voor haar revalidatie is ze gaan lopen, iedere dag een stukje verder totdat ze naar de luchthaven kon lopen.  Nu staat ze elke ochtend om half vier op en vertrekt om half zes voor haar wandeling. Ze laat zich niet afschrikken door het weer, als ze een dag niet geweest is, dan heeft ze het idee dat ze iets gemist heeft. Het vroege opstaan bevalt haar goed, tijdens de wandeling ontmoet ze allemaal aardige mensen die een praatje met haar maken.  Voor de lockdowns  dronk ze een kopje koffie in het restaurant bij Eindhoven  Airport.   Op het terras  kon ze buiten zitten,  kijken naar de vliegtuigen en genoot van de gesprekjes met anderen.  

Het artikel eindigt met deze woorden van mevrouw. “Ik heb het aan mezelf te danken dat ik zo ben opgeknapt. Ik ben nu helemaal gezond en ik voel me er heel lekker bij.”

Uit bovenstaande worden een aantal aspecten duidelijk die van invloed zijn op blijvende gedragverandering.

De motivatie komt voort uit de persoon zelf, het zijn realistische en haalbare doelstellingen. De persoon heeft  vertrouwen en is overtuigd van zijn eigen invloed op zijn veranderingsproces.

Heel belangrijk is de coach, trainer of therapeut die samen met jou het stappenplan  afwerkt om het einddoel te bereiken. Samen met hem overwin je de tegenslagen, hindernissen en tijdelijke achteruitgang.

Heb inzicht in emotionele reacties op nieuwe situaties, geniet van de vorderingen. Zorg dat er mensen zijn die je stimuleren en ondersteunen in je veranderingsproces.

Goede voornemens zijn niet zo makkelijk daarom wil ik  afsluiten met de woorden van Pieter van den Hoogenband.

“Je bent iedere dag bezig om Olympisch kampioen te worden”

Sjaak Coenen, BeweegMij.